x

x

x

x

x

REFIT Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen 2015

play
Your browser does not support the video tag.
00:00

x

Open Monumenten Dag - 2015

play
Your browser does not support the video tag.
00:00

Dorien van Dijk, wildfotograaf

“Ik kom nu meer dan tien jaar vanuit Friesland naar het Deelerwoud om foto’s te maken van het wild. Doordat er sinds 2001 niet meer gejaagd wordt, zijn er nu meer herten, en ze blijven ook langer in open terrein. Op de heide blijven ze soms gewoon liggen, ook al zien ze mij op respectabele afstand. Ik kan de dieren dan in alle rust bekijken in hun natuurlijke omgeving. Dan zie je pas echt hoe een hert beweegt, hoe hij voedsel vergaart en hoe de onderlinge verhoudingen liggen. Wat me ook opvalt, is dat het gebied helemaal niet lijdt onder de grotere aantallen dam- en edelherten. De gevarieerde bossen en bosranden en de rijk geschakeerde heide bieden de dieren kennelijk genoeg voedsel. Voor mij een bewijs dat het draagvlak voor herten op de Veluwe veel groter is dan vaak wordt beweerd. Het landschap kan meer herten makkelijk aan.“

Geert Wiermans, vrijwillige molenaar op de Hompesche Molen

“Een draaiende molen, dat is zó mooi. Het geluid van de wieken, de ratelende wielen en schijflopen, de wrijvende maalstenen, het vormt een geweldig geheel. En dat dankzij het geweld van de natuur; de wind die met gemak een draaisysteem van 20 ton in werking zet. En dat ik dat mag meemaken op de Hompesche Molen… Natuurmonumenten verwierf de molen twee jaar geleden.

 

Ik kreeg de kans om hier molenaar te worden. De pas gerestaureerde molen heeft alles. Een schitterende plek, een fascinerende geschiedenis en een prachtige authentieke constructie. In 1722 gebouwd met handgevormde bakstenen, ter plekke gebakken in een veldoven. Een riant souterrain met daarboven liefst vijf ruime molenzolders. Een hoogte van 37 meter, inclusief de fraaie fokwieken. En dan het binnenwerk, met onder meer drie maalkoppels op één verdieping, uniek in molenland.”

Jan Graafland, tuinman Weleda huidverzorgingsproducten

“Weleda steunt Natuurmonumenten sinds kort met 100.000 euro per jaar met als doel de bloemrijke natuur te herstellen. Bloemen zijn cruciaal voor de gezondheid én voor het voortbestaan van de mens. Zonder bloemen, geen bijen. In Nederland wordt elke vierkante meter benut. Die bedrijvigheid staat haaks op een weelderig groeiend veld. Landbouwgrond is voedselrijk, terwijl bloemenweides juist op schrale grond ontstaan.

 

We hebben in Nederland het natuurlijke proces kapot gemaakt en geen idee meer hoe alles samenhangt. Terwijl de natuur, als je haar met rust laat, volledig in balans is. Ik teel op biologisch-dynamische wijze medicinale planten die verwerkt worden in de verzorgingsproducten. Eigenlijk doen wij precies wat Natuurmonumenten doet, alleen dan op postzegelformaat: tuinieren op een natuurlijke manier. Weleda denkt alleen vanuit de mens, terwijl Natuurmonumenten vanuit de natuur denkt. Beiden streven we naar een sterke, harmonieuze natuur.”

Marius Brants, voorzitter Droomfondsproject Haringvliet

“Je vraagt je af waarom we het niet vaker doen, zó logisch is de samenwerking van de zes natuurorganisaties bij het realiseren van het Droomfondsproject Haringvliet. Het plan om van het Haringvliet weer een gezond en beleefbaar estuarium te maken is veelomvattend. Zo’n schaal kan geen van de zes betrokken organisaties alleen oppakken.

 

Temeer daar het om zes deelprojecten gaat met elk een eigen thematiek en problematiek: natuurontwikkeling aan en in het Haringvliet, het terugbrengen van steur en schelpdierbanken, recreatie, verduurzaming van de visserij en monitoring. Het Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming, ARK Natuurontwikkeling en Sportvisserij Nederland hebben elk hun eigen stijl en expertise. Met de samenwerking benutten we die ten volste.

 

De toekenning van de 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij begin 2015 is een onmisbare impuls. Samen kunnen we er bovendien veel mensen bij betrekken en draagvlak voor de uitvoering van het project en het gebied creëren. En dat is nodig. Het Haringvliet is de monding van twee van de grootste West-Europese rivieren. Een met een enorme natuurpotentie!”

Hermen en Leanne Spans, biologische melkveehouders De Wieden

“Even buiten Zwartsluis hebben wij een nieuwe melkveestal gebouwd. Onder de naam Weidevol zijn we een nieuwe weg ingeslagen met een biologisch melkveebedrijf. We melken hier in het zuidelijk deel van De Wieden, in de Barsbekerbinnenpolder, 160 (en op termijn 230) koeien én zetten ons in voor weidevogels. We pachten de meeste grond van Natuurmonumenten.

 

Samen pakken we het weidevogelbeheer op. Want juist in deze polder liggen mogelijkheden om een goed leefgebied voor deze vogels te creëren. In het broedseizoen zitten we wekelijks om tafel met boswachters van Natuurmonumenten om te bepalen waar gemaaid kan worden, waar het gras moet blijven staan, waar ruige mest uitgereden kan worden en waar de koeien kunnen grazen. We laten ons daarbij sturen door de vogels. Samen dringen we er ook bij het waterschap op aan om het waterpeil te verhogen, want weidevogels staan graag met hun poten in het water.”

SLUITEN

2.600 bouwwerken

Natuurmonumenten beheert ook 2.600 bouwwerken waaronder landhuizen, forten, gebouwen, ruïnes, ijskelders en fruitmuren. De gebouwen hebben een relatie met het omringende landschap, vertellen over de geschiedenis en hebben soms een natuurfunctie.

 

De doelstelling om vóór 1 januari 2016 achterstallig onderhoud hiervan weg te werken, is gehaald. We wilden en willen bovendien de gebouwen meer beleefbaar en duurzamer maken. In 2015 ging Fort Kijkuit, een fort met Unesco-status, open voor publiek; het kreeg tevens een kantoorfunctie.

Verlaten fort wordt groen kantoor

Opknapbeurt voor vervallen watermonumenten in de polder

Gebieden en bouwwerken

Cultuurhistorie

SLUITEN

Vergroten soortenrijkdom

Ook in 2015 werkten we aan de opgave om de natuurkwaliteit in onze gebieden te verbeteren. Het doel is dat de natuurkwaliteit eind 2018 in vergelijking met 2013 minimaal gelijk, maar bij voorkeur groter is. Dat is ten dele gelukt. Moeizaam blijft het bijvoorbeeld in kleine, door landbouwgrond omgeven natte heideterreinen. Vermesting en verdroging brengen onder meer veenpluis, gentiaanblauwtje en wulp in de problemen. Op de hoge zandgronden zijn veel bossen niet echt gezond. Door de zure neerslag – stikstof, afkomstig uit de landbouw en industrie – is de voedingsbalans van de bodem ontregeld.

 

Veel gaat ook goed. Zo werd jarenlang werken aan de hydrologie en inrichting van het Korenburgerveen (Gld) en Dwingelderveld (Dr.) beloond met het broeden van kraanvogels, nadat ze eerder al in het Fochteloërveen (Dr.) waren gaan broeden. In De Wieden (Ov.), de Nieuwkoopse Plassen (ZH) en De Onlanden (Gr.) vindt de otter weer geschikte leefomstandigheden.

 

In 2015 besteedden we opnieuw veel tijd aan het omvormen van landbouwgronden naar bloemrijke graslanden. Dat kost tijd. Pas na jaren natuurbeheer zijn de eerste bloemen te zien.

REFIT Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen 2015

SLUITEN

Mensenhand blijft nodig

Veel van onze natuurgebieden zijn van origine natuurrijke cultuurlandschappen; landschappen die door de mens zijn gemaakt. Heide, hakhout, houtwallen en blauwgraslanden (voedselarme, natte, bloemrijke hooilanden) zijn hier voorbeelden van. Om de natuurlijke rijkdom daarvan te behouden, is en blijft de mensenhand nodig.

 

Permanent beheer is ook nodig, omdat de wereld rondom onze natuurgebieden weinig natuurvriendelijk is. Zo zetten onder meer verdroging en vermesting met stikstof en fosfaat de planten en dieren in de natuurgebieden sterk onder druk. Het dwingt ons tot intensief beheer, om te voorkomen dat duingebieden dichtgroeien met bomen en struiken, de heide vergrast en hoogveen verdroogt. De milieudruk noopt tot intensiever beheer. Zo hebben blauwgraslanden die vroeger maar eens per jaar gehooid werden, nu meerdere maaibeurten nodig om bloemrijk te blijven.

 

Juist vanwege die enorme invloed die ‘de ommelanden’

op onze natuurgebieden hebben, is ook in 2015 onze langetermijnvisie Het Landschap Centraal leidend geweest. Uitgangspunt hierin is dat we ons niet alleen richten op het goed beheren van onze gebieden, maar ook een rol spelen in het terugdringen van milieuverontreiniging en de aanpassing aan klimaatverandering.

De Maas wordt veilig en weer dynamisch

Samen werken voor de natuur

Natuurmonumenten zoekt bij het beheer van natuurgebieden en bouwwerken uitdrukkelijk samenwerking met andere publieke en private partijen. Uit noodzaak, maar vooral ook uit een diepgewortelde wens. We zijn immers een burgerbeweging.

 

Samen met het waterschap lukte het bijvoorbeeld om de Leuvenumse Beek (Gld) te herstellen en een waterbergende functie te geven, boeren maaiden en beweidden onze weilanden en in de Greidhoek (Fr.) was de streek actief betrokken bij de toekomstvisie op het weidevogellandschap. We werken ook nauw samen met andere natuurorganisaties. In het Kempen-Broek (Li.) ontwikkelde ARK Natuurontwikkeling nieuwe natte natuur op voormalige landbouwgrond; Natuurmonumenten gaat het beheren.

Verbinden natuurgebieden

Veel is gedaan, maar een minstens even grote opgave ligt voor ons. Zoals het probleem dat veel natuurgebieden in kleinere stukken worden opgedeeld door wegen en bebouwing. Planten en dieren raken daardoor opgesloten. Om het Nationaal Natuurnetwerk te voltooien, moeten in onze gebieden op 98 plekken natuurterreinen aaneen worden gesmeed. In 2015 lukte dat onder meer in het Witte Veen (Ov.) en op Huis ter Heide (NB) waar inliggende landbouwgronden tot natuurgebied werden omgevormd.

 

De komende jaren zetten we alles op alles om deze gaten in het ecologische netwerk te dichten. Daarbij zoeken we de samenwerking met andere partijen. Natuurmonumenten streeft er niet naar alles zelf te kopen en te beheren; publieke of private partijen kunnen dat vaak ook.

 

Het jaar 2016 brengt verder veel werk in het kader van de PAS, Programmatische Aanpak Stikstof, een overheidsprogramma om de schadelijke effecten van de stikstofverontreiniging op de natuur te verminderen en tegelijkertijd meer ruimte te scheppen voor economische activiteiten. Natuurmonumenten geeft bij de uitvoering van de PAS uitdrukkelijk voorrang aan de natuur. De economie is secundair.

Omgang met wilde dieren

Een ontmoeting met wilde dieren zoals edelherten, wilde zwijnen, reeën of vossen behoort tot de mooiste natuurervaringen. We zijn trots op de aanwezigheid van deze dieren in onze gebieden en gaan daar zorgvuldig mee om. We houden de aantallen en de conditie van de dieren goed in de gaten, plaatsen hekken en leggen verbrede wegbermen aan.

 

Desondanks veroorzaken wilde dieren soms schade. Als er schade is aan landbouw of de verkeersveiligheid in het geding is, nemen wij maatregelen. Eerst kijken we naar diervriendelijke oplossingen: wildroosters, graasweides of het verlagen van de snelheid. Alleen als deze ingrepen onvoldoende effect hebben, komt afschot in beeld. We zijn tegen afschot op basis van een vaststaand aantal dieren in een gebied. We pleiten voor het opheffen van het nulstandbeleid. In Drenthe is dat gelukt!

SLUITEN

Wij beheren

Natuurmonumenten beheert 105.000 hectare natuur, verdeeld over 363 gebieden. Dat is mooi, maar ook heel veel werk. En noodzakelijk werk; zonder ons beheer zou de biodiversiteit in de natuurgebieden nog sneller achteruitgaan.

Open Monumenten Dag - 2015

VIDEO

Goed beheerder

Onze gebieden

363 Natuurgebieden

105.958 hectare natuur

Vergroten soortenrijkdom

2.600 Bouwwerken

Verhalen van betrokkenen

Opbrengsten uit

terreinen

INHOUD

DELEN

DOORSTUREN

CONTACT

LID WORDEN?

HOME