HOME
INHOUD
DELEN
DOORSTUREN
CONTACT
LID WORDEN?
FULL SCREEN
MEER
INFORMATIE
ONZE
CIJFERS
VERENIGING &
ORGANISATIE
WIJ
BEWEGEN
WIJ
BEHEREN
WIE
ZIJN WIJ?
Wij beheren
Natuurmonumenten beheert 107.000 hectare natuur, verdeeld over 371 gebieden. Dat is mooi, maar ook heel veel werk. En noodzakelijk werk; zonder dat zou de biodiversiteit in de natuurgebieden nog weer achteruitgaan. Nu is er sprake van een voorzichtige vooruitgang.
Onze gebieden
Samenwerken voor de natuur
Landschap centraal
Ruimte voor natuur
Omgang met wilde dieren
Inkomsten uit onze gebieden
Rijkere natuur
Open
Monumenten Dag
KLIK HIER
x
Samenwerken voor de natuur
Samenwerken voor de natuur
Bij onze inzet voor de natuur zoeken we steeds de samenwerking met andere partijen. Natuurmonumenten streeft er niet naar alles zelf te kopen en te beheren; publieke of private partijen kunnen dat vaak ook. In het beheer werken we samen met tientallen boeren en particuliere landgoedeigenaren.
In november ging een eerste groep van boeren en boswachters samen naar de collegebanken van de agrarische hogeschool in Dronten om er de nieuwe cursus Natuurbeheer en Ondernemerschap te volgen. Ze verdiepen zich in het natuurbeheer van cultuurlandschappen zoals graslanden. Het programma is ontwikkeld door de stichting Van Groene Waarde samen met Aeres Hogeschool Dronten, HAS Den Bosch, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Doel is om de natuurwaarden in het boerenland te vergroten.
Natuurmonumenten heeft zich als eerste Nederlandse organisatie aangesloten bij Commonland. Commonland herstelt en verbindt natuurlijke en economische landschapszones. De aanpak van de organisatie heeft in Zuid-Afrika, Spanje en Australië al tot concrete resultaten geleid.
x
Landschap Centraal
Omgang met wilde dieren
Een ontmoeting met wilde dieren zoals edelherten, wilde zwijnen, reeën of vossen behoort tot de mooiste natuurervaringen. We zijn trots op de aanwezigheid van deze dieren in onze gebieden en gaan daar zorgvuldig mee om. We houden de aantallen en de conditie van de dieren goed in de gaten, plaatsen hekken en leggen verbrede wegbermen aan.
Desondanks veroorzaken wilde dieren soms schade. Als er schade is aan landbouw of de verkeersveiligheid in het geding is, nemen wij maatregelen. Eerst kijken we naar diervriendelijke oplossingen: wildroosters, graasweides of het verlagen van de snelheid. Alleen als deze ingrepen onvoldoende effect hebben, komt afschot in beeld. We zijn tegen afschot op basis van een vaststaand aantal dieren in een gebied. We pleiten voor het opheffen van het nulstandbeleid. In Drenthe is dat gelukt!
We creëren mogelijkheden voor natuurlijke populaties. In 2001 stopten we in het Deelerwoud volledig met het afschot van edel- en damherten. In 2014 is deze zone uitgebreid met 1.000 hectare op de Veluwezoom. Ook het afschot van wilde zwijnen is beëindigd. De dieren zijn minder schuw. Hun zichtbaarheid neemt toe. We leren hoe populaties zich ontwikkelen zonder ingrijpen. Samenwerking met buren is hiervoor vereist.
In 2015 bedroeg het afschot in onze gebieden 163 wilde zwijnen, 231 edelherten, 45 damherten en 35 reeën.
Afschot van vossen is aan de orde als andere kwetsbare natuurwaarden dreigen te verdwijnen, zoals weidevogels en hamsters. Voorwaarde is dat het beheer van een natuurgebied op orde is. Vijf wilde diersoorten zijn in Nederland vrij bejaagbaar: konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif. In onze gebieden wordt in principe niet op deze dieren gejaagd.
Verbinden natuurgebieden
Veel is gedaan, maar een minstens even grote opgave ligt voor ons. Zoals het probleem dat veel natuurgebieden in kleinere stukken worden opgedeeld door wegen en bebouwing. Planten en dieren raken daardoor opgesloten. Om het Nationaal Natuurnetwerk te voltooien, moeten in onze gebieden op 98 plekken natuurterreinen aaneen worden gesmeed. In 2015 lukte dat onder meer in het Witte Veen (Ov.) en op Huis ter Heide (NB) waar inliggende landbouwgronden tot natuurgebied werden omgevormd.
De komende jaren zetten we alles op alles om deze gaten in het ecologische netwerk te dichten. Daarbij zoeken we de samenwerking met andere partijen. Natuurmonumenten streeft er niet naar alles zelf te kopen en te beheren; publieke of private partijen kunnen dat vaak ook.
Het jaar 2016 brengt verder veel werk in het kader van de PAS, Programmatische Aanpak Stikstof, een overheidsprogramma om de schadelijke effecten van de stikstofverontreiniging op de natuur te verminderen en tegelijkertijd meer ruimte te scheppen voor economische activiteiten. Natuurmonumenten geeft bij de uitvoering van de PAS uitdrukkelijk voorrang aan de natuur. De economie is secundair.
Samen werken voor de natuur
Natuurmonumenten zoekt bij het beheer van natuurgebieden en bouwwerken uitdrukkelijk samenwerking met andere publieke en private partijen. Uit noodzaak, maar vooral ook uit een diepgewortelde wens. We zijn immers een burgerbeweging.
Samen met het waterschap lukte het bijvoorbeeld om de Leuvenumse Beek (Gld) te herstellen en een waterbergende functie te geven, boeren maaiden en beweidden onze weilanden en in de Greidhoek (Fr.) was de streek actief betrokken bij de toekomstvisie op het weidevogellandschap. We werken ook nauw samen met andere natuurorganisaties. In het Kempen-Broek (Li.) ontwikkelde ARK Natuurontwikkeling nieuwe natte natuur op voormalige landbouwgrond; Natuurmonumenten gaat het beheren.
Landschap centraal
Veel van onze natuurgebieden zijn van origine natuurrijke cultuurlandschappen; landschappen die door de mens zijn gemaakt. Om de natuurlijke rijkdom daarvan te behouden, is en blijft de mensenhand nodig.
Permanent beheer is ook nodig, omdat onder meer verdroging en vermesting met stikstof en fosfaat de planten en dieren in de natuurgebieden sterk onder druk zetten. Het dwingt ons tot intensief beheer, om te voorkomen dat duingebieden dichtgroeien met bomen en struiken, de heide vergrast en hoogveen verdroogt.
Voor ons beheer is onze langetermijnvisie Het Landschap Centraal leidend. Uitgangspunt hierin is dat we ons niet alleen richten op goed beheer van onze gebieden, maar ook een rol spelen in het landschap waarvan een natuurgebied deel uitmaakt, het terugdringen van milieuverontreiniging en de aanpassing aan klimaatverandering.
In totaal beheert Natuurmonumenten nu 107.000 hectare natuur. Daarnaast is de vereniging verantwoordelijk voor 2.600 bouwwerken waaronder landhuizen, forten, gebouwen, ruïnes, ijskelders en fruitmuren. De gebouwen hebben een relatie met het omringende landschap, vertellen over de geschiedenis en hebben soms een natuurfunctie.
x
Samen werken voor de natuur
Samen werken voor de natuur
Natuurmonumenten zoekt bij het beheer van natuurgebieden en bouwwerken uitdrukkelijk samenwerking met andere publieke en private partijen. Uit noodzaak, maar vooral ook uit een diepgewortelde wens. We zijn immers een burgerbeweging.
Samen met het waterschap lukte het bijvoorbeeld om de Leuvenumse Beek (Gld) te herstellen en een waterbergende functie te geven, boeren maaiden en beweidden onze weilanden en in de Greidhoek (Fr.) was de streek actief betrokken bij de toekomstvisie op het weidevogellandschap. We werken ook nauw samen met andere natuurorganisaties. In het Kempen-Broek (Li.) ontwikkelde ARK Natuurontwikkeling nieuwe natte natuur op voormalige landbouwgrond; Natuurmonumenten gaat het beheren.
> Restauraties
> Restauraties
> Herstellen
> Herstellen
> Aankopen
> Aankopen
x
Ruimte voor natuur
Restauraties
Bekijk hier het
relevante krantenartikel >
Op cultuurhistorisch vlak hebben we weer herstelwerk kunnen uitvoeren. In het parkbos bij kasteel Eerde bij Ommen (Ov.) is bijvoorbeeld het zogenoemde quinconcevak, een ontwerp uit de Frans Classicistische stijl die in 1715 in de mode was, volledig gerestaureerd. Op Schiermonnikoog (Fr.) is de eendenkooi opgeknapt, als onderdeel van een project om 24 kooien in het waddengebied te behouden.
In Noord-Limburg zijn de monumentale kassen op landgoed Jachtslot De Mookerheide gerestaureerd. Cliënten van de zorgorganisaties DeSeizoenen en Driestroom gaan weer groente en fruit kweken in de kassen en de omliggende tuinen.
In het Waterloopbos (Fl.) is een begin gemaakt met de uitvoering van een tienjarig herstelplan, waarbij tien waterbouwkundige modellen opgeknapt worden. Zo is meteen invulling gegeven aan de status van rijksmonument die het bos kreeg in 2016.
Als het gaat om erkenningen moet ook Fort Kijkuit (NH) worden genoemd, dat de prestigieuze Europa Nostra Prijs kreeg. Dit is de belangrijkste prijs in Europa op het gebied van cultureel erfgoed.
Herstellen
We hebben in 2016 meerdere grote herstelprojecten uitgevoerd. De omvorming van 170 hectare landbouwgrond tot bloemrijke graslanden in het Vlijmens Ven bij Den Bosch (NB) verliep sneller dan gepland. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het pimpernelblauwtje, een sterk bedreigde vlindersoort, hier weer een goede toekomst krijgt.
In het Zwarte Meer in de IJsseldelta (Ov.) is een begin gemaakt met het herstel van rietmoerassen om met name voor grote karekieten en roerdompen betere en grotere leefgebieden te creëren. Niet ver daar vandaan, in De Wieden, zijn oude petgaten weer open gegraven. Daarmee is het verlandingsproces, dat zo kenmerkend is voor het laagveenlandschap van De Wieden, weer teruggezet. Dat betekent nieuwe kansen voor krabbenscheer, kranswieren, groene glazenmakers en zwarte sterns.
Op de Brabantse Wal (NB) zijn bomen gekapt en zijn de bodems en oevers van het Groote Meer, het Kleine Meer en het Granaatven geplagd. Daardoor komt er meer water in de drie sterk verdroogde vennen.
Naast deze drie grote herstelprojecten die mogelijk zijn door subsidies van de Europese Unie (LIFE) is ook op het waddeneiland Griend flink ingegrepen. Met financiële steun van Rijkswaterstaat en de provincie Fryslân zijn grote hoeveelheden zand aangebracht en schelpenbanken aangelegd om te voorkomen dat dit vogeleiland wegspoelt.
Aankopen
Mijlpaal van 2016 was de aanleg van het eerste eiland (250 hectare) van de Marker Wadden. Op dit eilandenrijk in het Markermeer komt een landschap tot stand met slikken, rietvelden en stukken open water die rijk zijn aan waterplanten, vissen en vogels. Op het grootste eiland komt ook een kleine haven en een zandstrand. De Marker Wadden zorgen ervoor dat er een einde komt aan het grote slibprobleem van het Markermeer. Tegelijkertijd is het een enorme impuls voor de biodiversiteit. Eind september werden al twintig vogelsoorten waargenomen, waaronder reuzensterns en slechtvalken.
Verder hebben we in 2016 wederom prioriteit gegeven aan de voltooiing van het Nationaal Natuur Netwerk (NNN). In tal van natuurgebieden hangt afronding af van een of enkele aankopen. Als we die ‘ontbrekende schakels’ kunnen toevoegen aan het NNN kunnen we de betreffende gebieden effectiever beheren. De voor natuurherstel noodzakelijke maatregelen kunnen dan beter genomen worden. Bovendien is er minder geld nodig voor het tegengaan van schadelijke invloeden.
Omdat we het van groot belang vinden dat het NNN snel af is, hebben we een deel van het vermogen van Natuurmonumenten ondergebracht in een bestedingsreserve. Daarmee kunnen we ontbrekende percelen in natuurgebieden aankopen. In 2016 hebben we in dat kader tien hectare houtwallen en bossen kunnen aankopen in het Twentse natuurgebied Duivelshof. In de Tienhovense Plassen bij Utrecht is een legakker aangekocht, waardoor een aaneengesloten gebied ontstaat dat aantrekkelijk is voor riet- en moerasvogels.
Met financiële steun van de Nationale Postcode Loterij is 73 hectare landbouwgrond aangekocht aan het Haringvliet, aansluitend bij bestaande natuurgebieden. De aankoop is onderdeel van het Droomfondsproject Haringvliet, waarmee de natuur die kenmerkend is voor een riviermonding nieuwe kansen krijgt.
Een bijzondere aanwinst was ook Arboretum Poort Bulten in Twente met planten die voorkomen in Twente en een fascinerende collectie van wel duizend soorten inheemse en uitheemse bomen en heesters.
x
Omgang met wilde dieren
Omgang met wilde dieren
Een ontmoeting met wilde dieren behoort tot de mooiste natuurervaringen. We werken aan meer leefgebieden, waar herten en wilde zwijnen zich vrijelijk kunnen bewegen. Tegelijkertijd moeten we in ons land, met z’n beperkte ruimte, rekening houden met andere belangen. Als wilde dieren schade veroorzaken aan landbouw of als de verkeersveiligheid in het geding is, kijken we of dat met diervriendelijke maatregelen kunnen oplossen (met wildroosters, graasweides of het verlagen van de snelheid). Alleen als deze ingrepen onvoldoende effect hebben, komt afschot in beeld. We zijn tegen afschot op basis van een vaststaand aantal dieren in een gebied. We pleiten voor het opheffen van het nulstandbeleid. In Drenthe is dat gelukt.
We creëren ook mogelijkheden voor natuurlijke populaties. In 2001 stopten we in het Deelerwoud volledig met het afschot van edel- en damherten. In 2014 is deze zone uitgebreid met 1.000 hectare op de Veluwezoom. Ook het afschot van wilde zwijnen is beëindigd. De dieren zijn minder schuw, hun zichtbaarheid neemt toe. Eind 2016 hebben we toch moeten besluiten om in de randen van het gebied in de populatie damherten in te grijpen, vanwege de toenemende overlast bij buren en een verdubbeling van het aantal aanrijdingen.
In 2016 bedroeg het afschot in onze gebieden 255 wilde zwijnen, 218 edelherten, 132 damherten en 171 reeën.
De vos is een prachtig roofdier, dat thuishoort in onze natuur. In sommige gebieden is de vos evenwel een bedreiging voor bedreigde soorten, zoals weidevogels en hamsters. Afschot kan dan aan de orde komen, maar pas nadat alle maatregelen zijn genomen voor het creëren van een optimaal leefgebied, zoals het weghalen van begroeiing en het verhogen van het waterpeil.
Vijf wilde diersoorten zijn in Nederland vrij bejaagbaar: konijn, haas, fazant, wilde eend en houtduif. In onze gebieden wordt in beginsel niet op deze dieren gejaagd.
> Cultuurhistorie
> Cultuurhistorie
> Onze gebieden in beheer
> Onze gebieden in beheer
> Gebieden en bouwwerken
> Gebieden en bouwwerken
x
Onze gebieden
> Natuursuccessen
> Natuursuccessen
> Aanpak stikstof
> Aanpak stikstof
> Rijkere natuur
> Rijkere natuur
x
Rijkere natuur
Rijkere natuur
Het Planbureau voor de Leefomgeving stelde in z’n laatste Balans van de Leefomgeving dat de Nederlandse natuur ‘voorzichtige tekenen van herstel’ vertoont, met name in grote natuurgebieden waar de milieuomstandigheden zijn verbeterd. We zien daarvan voorbeelden in verschillende gebieden die we beheren. Een kleine greep: op de Sallandse Heuvelrug (Ov.) broeden weer raven, op het Vogeleiland in het Zwarte Meer (Ov.) bracht een zeearendpaar twee jongen groot, in de herstelde hooilanden op landgoed De Klencke (Dr.) bloeit volop moeraskartelblad, op het natuureiland Tiengemeten in het Haringvliet (ZH) zijn nu meerdere beverburchten, in beschermde zones van de Waddenzee groeit het areaal meerjarige mosselbanken, kraanvogels broeden behalve in het Fochteloërveen nu ook in het Dwingelderveld, Holtingerveld, het Drents Friese Wold, het Bargerveen en Midden-Drenthe (de laatste twee zijn gebieden van Staatsbosbeheer).
Aanpak stikstof
Herstel van natuurwaarden wordt nog altijd belemmerd door ongunstige milieucondities, zoals een hoge stikstofdepositie en te lage grondwaterstanden. De stikstofproblematiek wordt aangepakt met de PAS, Programmatische Aanpak Stikstof, een overheidsprogramma om de schadelijke effecten van de stikstofverontreiniging op de natuur te verminderen en tegelijkertijd ruimte te scheppen voor economische activiteiten. Natuurmonumenten geeft bij de uitvoering van de PAS voorrang aan de natuur. De economie is secundair. In 2016 is al een aantal projecten uitgevoerd, maar de grote hausse wordt in 2017 aangevraagd en gaat dan in uitvoering.
Natuursuccessen
Google kaart
Marius Brants, voorzitter Droomfondsproject Haringvliet
“Je vraagt je af waarom we het niet vaker doen, zó logisch is de samenwerking van de zes natuurorganisaties bij het realiseren van het Droomfondsproject Haringvliet. Het plan om van het Haringvliet weer een gezond en beleefbaar estuarium te maken is veelomvattend. Zo’n schaal kan geen van de zes betrokken organisaties alleen oppakken.
Temeer daar het om zes deelprojecten gaat met elk een eigen thematiek en problematiek: natuurontwikkeling aan en in het Haringvliet, het terugbrengen van steur en schelpdierbanken, recreatie, verduurzaming van de visserij en monitoring. Het Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming, ARK Natuurontwikkeling en Sportvisserij Nederland hebben elk hun eigen stijl en expertise. Met de samenwerking benutten we die ten volste.
De toekenning van de 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij begin 2015 is een onmisbare impuls. Samen kunnen we er bovendien veel mensen bij betrekken en draagvlak voor de uitvoering van het project en het gebied creëren. En dat is nodig. Het Haringvliet is de monding van twee van de grootste West-Europese rivieren. Een met een enorme natuurpotentie!”
Hermen en Leanne Spans, biologische melkveehouders
De Wieden
“Even buiten Zwartsluis hebben wij een nieuwe melkveestal gebouwd. Onder de naam Weidevol zijn we een nieuwe weg ingeslagen met een biologisch melkveebedrijf. We melken hier in het zuidelijk deel van De Wieden, in de Barsbekerbinnenpolder, 160 (en op termijn 230) koeien én zetten ons in voor weidevogels. We pachten de meeste grond van Natuurmonumenten.
Samen pakken we het weidevogelbeheer op. Want juist in deze polder liggen mogelijkheden om een goed leefgebied voor deze vogels te creëren. In het broedseizoen zitten we wekelijks om tafel met boswachters van Natuurmonumenten om te bepalen waar gemaaid kan worden, waar het gras moet blijven staan, waar ruige mest uitgereden kan worden en waar de koeien kunnen grazen. We laten ons daarbij sturen door de vogels. Samen dringen we er ook bij het waterschap op aan om het waterpeil te verhogen, want weidevogels staan graag met hun poten in het water.”
x
x
x
x